woensdag 2 augustus 2023

Buffer aan buffer

 


Het vorige bericht was geschreven op 26 oktober 2022. Dat is weer lang geleden. Ik kwam in de afgelopen winter niet aan modelbouw toe. Maar nu de zomer even onvervalst herfstweer gaf heb ik weer iets opgepakt. En dat deed mij bijzonder goed!

Ik heb er hobby aan om foto's van het diorama zo echt mogelijk te laten lijken. Op die foto's vond ik de grote  Märklin-achtige beugelkoppelingen op het materieel storend. In de modelschaal 0 is het mogelijk om de wagens met een echte schroefkoppeling aan elkaar te verbinden. Verende buffers maken dat mogelijk. In theorie zou dat in de schaal H0 ook mogelijk moeten zijn, maar niet zonder een loep en een wel erg vaste hand!

Het is natuurlijk mogelijk om het materieel te voorzien van modelbuffers. Bemo levert deze onder het artikelnummer 5180 000. Maar de lichte wagentjes rollen dan ook zo uit elkaar. Ik las ergens een artikel over magneetjes in die buffers. Daar was ik nieuwsgierig naar. Ik kocht een aantal Neodymium staafmagneetjes van 3 mm lang en 2 mm dik. 


Het magneetje past in een buisje rond 3 mm uitwendig. Dat is slechts 0,2 mm dikker dan de echte bufferhuls op schaal. De bufferhulsen op de locs boorde ik ook op naar 2 mm inwendig. Op de wagens en het rijtuig zette ik een 2 mm dik staafje in het aanwezige gat op de bufferbalk. Op dat staafje schoof ik de 4 mm lange huls. In de huls kwam het magneetje en daartegen de plastic bufferplaat. Ik had ook met messing buisjes kunnen werken, maar het styreen lijmt zo makkelijk.


Daarna maar eens proefgereden. Door de plastic bufferplaten zaten de magneetjes 4 mm uit elkaar en dat bleek te ver. Bij de geringste verstoring loste het contact en de wagen bleef staan. Een wisselstraat doorrijden was niet mogelijk. Daarna heb ik de magneetjes in de bufferplaten gezet zoals op onderstaande foto. De magneetjes worden sterk tegen elkaar getrokken. Ook dat resultaat was weer niet optimaal. De trekkracht werd nu zo groot dat de buffers altijd willen centreren. Een ongelijke bufferhoogte zorgt dan voor het optillen van de wagen met de lager bevestigde buffer. En bij het Bemo materieel zijn niet alle bufferpunten op de zelfde hoogte aangebracht. In de wisselstraten bleek ook het horizontaal verschuiven van de buffers niet te werken. Bij lange rijtuigen zoals bij mijn B 2247 is verschuiven noodzakelijk. Het aangehangen wagentje was te licht en werd uit het spoor gewerkt. Ook deze oplossing is dus niet optimaal, maar ik kon de magneetjes niet op een andere wijze stabiel aan het bufferplaatje bevestigen. Voorlopig laat ik het maar zo, het ziet er mooi uit. Nog een aandachtspunt: Het materieel heeft nu wel een vaste richting op de modelbaan: omdraaien resulteert in afstoten ......... 


Dan de bijbehorende schroefkoppelingen. Bij het smalspoormaterieel met een centrale buffer zijn er twee schroefkoppelingen aan weerszijden van de buffer. Bij het rijden door bogen moeten deze kunnen meebewegen. Daarvoor zijn ze bij het werkelijke voorbeeld aan een evenaar onder de wagenbak bevestigd en heeft de bufferplaat de karakteristieke uitsparingen. De evenaar-constructie nabouwen in schaal H0 gaat mij te ver en het koppelen van een schroefkoppeling met een pincet is in schaal H0 ook geen pretje. In schaal 0 was dat nog net te doen. Weinert levert de koppelingen, functioneel en zelf te monteren, functioneel  gemonteerd en niet functioneel. Ik gebruik de niet functionele variant met artikelnummer 8627.


Op de foto de schroefkoppeling links naast de centrale buffer. Aan de rechterzijde zit alleen een haak. De bufferhuls is met tankgrijs, Revell 78 in de juiste kleur geschilderd, overeenkomende met het door de RhB toegepaste RAL 7024 voor de onderstellen.

Nu bleek dat de baanruimers van de locomotieven bij de Bemo modellen verder naar voren zitten dan in de werkelijkheid. De koppelingen moeten daardoor ook verder naar voren bevestigd worden en zitten daardoor niet op de juiste afstand van de bufferbalk. Het zij maar zo, ze zijn niet functioneel en het valt ook niet zo op.


Nu ik toch met de locomotieven bezig was heb ik ook wat rode verf gekocht voor mijn Ge 4/4 II, voor de luchtslangkoppelingen en contactdozen. Ook zijn wat beschadigingen weggewerkt en zijn niet gebruikte gaatjes opgevuld. Ik heb hier karmijnrood, Revell 36 gebruikt. Dat is niet het RhB rood, maar dat laatste is niet verkrijgbaar en het karmijnrood benadert het RhB rood het best.


Met deze laatste opname van de Ge 4/4 II 623 "Bonaduz" in de avondzon sluit ik dit bericht weer af. Ik ga plaatjes van al het aangepaste materieel op mijn website plaatsen.

Tot een volgende keer,

Jan